zondag 24 maart 2013

Doel


Voor Jan Kal

Dit vers is voor mijn voorbeeld, dichter Kal
Die net als ik sonnetten kan waarderen.
Hij liet er daarvan vele publiceren,
Ja zelfs een bundel met een duizendtal.

Of ik hem ooit nog evenaren zal
Dat zal de tijd, mijn leidsman, moeten leren.
Ik wil, zo denk ik nu, het gaan proberen.
De helft ervan die nadert immers al.

Een bundel met een duizendtal gedichten
Met op de kaft ervan mijn eigen naam
Dat is een doel waarop ik mij ga richten.

Jan Kal is qua sonnetten meer bekwaam.
Dat geeft een druk waarvoor ik niet wil zwichten
Want ooit, wellicht, krijg ik dezelfde faam.

Kom, lente


Wat heeft toch deze winter lang geduurd,
Wat heeft de kou toch lang ons kunnen kwellen.
In heel mijn lijf, in al mijn lichaamscellen
Ben ik door deze kou te zeer verzuurd.

De winter heeft ons als een burcht ommuurd,
De sneeuw ging gaandeweg ons meer beknellen.
We hadden met dit weer het zwaar te stellen
Alsof een boze god het had gestuurd.

Maar nu, eind maart, het is de hoogste tijd
Dat wij aan deze ketens gaan ontsnappen
En dat de zon ons uit die burcht bevrijdt.

Kom, lente, toon je fraaiste eigenschappen,
Geef volop blijk van jouw aanwezigheid,
Verkwik ons lijf en alle lichaamssappen.

zaterdag 23 maart 2013

Neushaartjes


Er komen kleine haartjes uit mijn neus,
Er groeien zelfs ook plukjes op mijn schouder.
De aanblik wordt, naarmate ik verouder,
Nou niet bepaald van dat je zegt flatteus.

Ik was een slanke man. Maar nu? Niet heus,
Mijn buikje wordt me gaandeweg vertrouwder.
Ik krijg het als ik sport ook snel benauwder
En ben niet meer als vroeger ambitieus.

Ik kan die haartjes in mijn neus gaan trimmen,
Die van mijn schouder scheren met een mes,
Ik kan mijn huid met zalf weer laten glimmen.

Maar och, dat heeft slechts tijdelijk succes.
Qua jaren blijf ik op de ladder klimmen,
De geest der jeugd komt nooit meer uit de fles.

donderdag 21 maart 2013

Hoe vaak?


Hoe vaak al heb ik jou een kus gegeven?
Hoe vaak heb ik je in je nek gestreeld?
Hoe vaak heb jij het bed met mij gedeeld
En hebben wij de liefde al bedreven?

Hoe vaak liet jij mij op de wolken zweven?
Hoe vaak heb jij met woorden mij geheeld?
Hoe vaak heb jij door aandacht klaargespeeld
Dat jij me na een dip weer op liet leven?

En toch, er blijft verdomme steeds iets knagen
Want ik weet niet hoe vaak het nog zal zijn
En ach, het heeft geen zin het jou te vragen.

Al hebben wij het samen goed en fijn
Er resten na vandaag steeds minder dagen
En dag na dag wint tijd op ons terrein.

donderdag 14 maart 2013

Franciscus 1

De nieuwe paus is dus een Argentijn,
Een jezuïet met zo te zien veel charme.
Hij wist meteen de harten te verwarmen
Van al die pelgrims op het Pietersplein.

Hij schijnt een vroom en sober mens te zijn.
Als kardinaal had hij, zo bleek, erbarmen
Met aidspatiënten, kwam op voor de armen
En woonde in geen groot paleis maar klein.

Maar als Franciscus moet hij nu bewijzen
Dat hij de kerk ook echt hervormen kan
En deze niet nog verder laat vergrijzen.

Wat is hij met het celibaat van plan?
En mag een man ook trouwen met een man?
Want dat bepaalt of men hem straks zal prijzen.

donderdag 7 maart 2013

Sacha stopt

We zullen haar na mei niet vaak meer zien
Nu zij besloot het lezen te gaan staken.
Ze wil voortaan weer fotootjes gaan maken
Want fotograaf is zij van origine.

Ze las het nieuws een jaar of zeventien
En was voor ons, de kijkers, als een baken.
Van hier en ginds wist zij de stand van zaken
En lachte er zo mooi bij bovendien.

Maar Sacha stopt. Ze volgt haar eigen hart,
Het mijne kan haar hoegenaamd niets schelen.
Dat doet zo'n pijn en is vervuld van smart.

Haar stem zal straks mijn oren niet meer strelen,
Een feit dat mij ook nu al erg verwart.
Ik ga "Och Sacha, blijf toch!" naar haar mailen.

maandag 4 maart 2013

Virelai post-moderne

Zeg, weet u soms waar Abraham
(De pa van Isaac, weet u wel)
De mosterd haalt?

Een vraag die mij zeer bezighoudt
En ik, sinds ik ter wereld kwam,
Voortdurend stel.

Ik heb die plaats nog niet bepaald
Al ben ik reeds behoorlijk oud
En stijf en stram.

Geef mij het antwoord en graag snel!
U wordt dan gul door mij betaald:
Een kilo goud.