donderdag 28 februari 2013

Kwelling


Wat had ik allemaal niet kunnen doen
Wanneer ik nooit sonnetten had geschreven
En hoeveel leuker was wellicht mijn leven
En hoeveel meer had ik verdiend aan poen?

Wat ben ik welbeschouwd een grote oen
Dat ik veel tijd aan dichten heb gegeven
Terwijl daar amper voordelen aan kleven
Niet nu en evenmin na mijn pensioen.

Maar ja, ik kan het dichten echt niet laten.
Ideeën dienen zich voortdurend aan
En zijn voor mij helaas een soort dictaten.

Dus moet ik deze kwelling steeds doorstaan.
Al kan ik er mezelf soms wel om haten
Ik dicht totdat mijn licht wordt uitgedaan.

zondag 24 februari 2013

Bij de dood van Atje

Ze had een scherpe stem en spitse kin
En ook haar neus die stak een eind naar voren.
Ze was Friezin want werd in Grouw geboren

Alwaar ze moeder werd en ook boerin.

Maar op het schaatsen zette zij haar zin
En ook al kon haar stijl niet echt bekoren
Ze ging ontzettend hard vooruit op Noren
En werd bij vrouwenschaatsen koningin.

Ze won veel prijzen, werd zo 'onze Atje'
En kon de mensen zo bewijzen dat je
Met wilskracht in het leven heel ver komt.

Maar zelfs haar wilskracht bleek gewoon te falen
Toen gisteren de dood haar plots kwam halen
En heel haar leven snel werd uitgegomd.

donderdag 21 februari 2013

Dorsimbra

Het leven gaat in rotgang richting dood.
Het tempo is bijkans niet bij te benen
En slaat ons, tobbers, vaker uit het lood.
Waar moet men troost en geestkracht aan ontlenen?

Er is geen rem
Geen oponthoud
Geen plaats om
Voor de tijd te schuilen.

En toch ik laat me heus niet koeioneren,
Negeer de klok en houd me horend doof
En soms vergeet ik dan een paar seconden:
Het leven gaat in rotgang richting dood.

dinsdag 12 februari 2013

Nieuwe paus


De dag ging van historie zwanger,
Het gonsde op het Pietersplein.
Verbaasd was iedereen, Romein,
Passant en ook vakantieganger.

Paus Benedictus kan niet langer
De katholieke herder zijn.
Er komt een eind aan zijn termijn
Als Gods en Petrus' plaatsvervanger.

Uit zwangerschap wordt wat geboren.
Nu hij geen paus blijft tot zijn dood
Komt uit de tijd iets nieuws naar voren.

Een zwarte paus wordt gepromoot.
Men wedt op hem in gokkantoren
Tot aan de witte rookuitstoot.

donderdag 7 februari 2013

Steen


Mijn moeder is een zwarte steen geworden
Met witte letters, strak in het gelid.
Wat zichtbaar van haar overbleef is dit
Sinds dat de bloemen op haar graf verdorden.

Toch sta ik bij die steen met haar te praten
-Gedachten die verwaaien in de wind-
"Hier ben ik, mam, ik ben nog steeds je kind
Al heb je dan het leven losgelaten."

De steen die zwijgt zoals een steen kan zwijgen
Maar na een windvlaag klinkt een soort van zucht,
Voorbij de dood, zo broos, maar ook zo eigen.

Ik kijk naar boven, naar de zware lucht
Met wolken die met nieuwe regen dreigen.
Voor even is de afstand overbrugd.

woensdag 6 februari 2013

Februari

De tweede maand heeft altijd minder dagen.
Je vraagt je af: heeft God dat ooit bedacht?
Heeft hij over ons leven zoveel macht
Dat hij ons met zo’n korte maand kon plagen?

De tijd die blijkt steeds full speed voort te jagen
En niemand kan ontsnappen aan die jacht.
Een dag gaat meestal sneller dan je dacht
En valt verdomme nooit eens te vertragen.

Waarom heeft deze maand dan minder dagen,
Maar twintig en daarna slechts doorgaans acht?
Ik wil mij, God, daarover hier beklagen,
Al weet ik dat het zinloos is, zo’n klacht.

U reageert toch niet op onze vragen.
Ik vrees dat u slechts in uw vuistje lacht.

zondag 3 februari 2013

Ritueel


Ik houd het kleine ritueel in ere
en schud jouw kussen elke dag weer op,
opdat je elk moment terug kunt keren
en ik weer kan gaan liggen naast mijn pop.

Iedere dag, wanneer het avond wordt,
en ik mij van mijn dagtaak heb gekweten
maak ik de tafel klaar: een extra bord,
hoewel ik weet dat jij geen hap zult eten,

bestek, je eigen stoel, een kaars, een glas,
ik zet ze voor je neer om naar te kijken
alsof je enkel opgehouden was
voor mij een vrouw, een huisgenoot te lijken.

Ik hoor (hoe kon ik denken dat hetgene
waarop ik al zo lang enorm gesteld was
waardoor ik ben, voor altijd was verdwenen?),
alsof je bent herrezen uit de as,

ik hoor, alsof de woning nog bestond,
het huis dat ik in dromen voor ons bouwde,
het grind, de klink, het aanslaan van de hond,
die vaker jou besprong en op jou kauwde,

en je komt binnen op het ogenblik
(hoewel jij van de tijd geen flauw benul had)
dat ik de lamp ontsteek, de bloemen schik,
alsof ik hier met jou niet steeds voor lul zat.

Ik hoop alleen dat ik dan rustig blijf
zoals jij al die tijd ook rustig bleef
en haast niet opziend van mijn stil bedrijf
(alsof ik net als jij maar amper leef)

de woorden vind, als was het vanzelfsprekend
en ik niet zie dat jij van plastic bent:
Schuif aan; tast toe: er is op je gerekend,
de hoogste tijd dat jij weer wordt verwend.

(Dubbelganger, gebaseerd op Ritueel van Jean Pierre Rawie)

zaterdag 2 februari 2013

Mijd de dichters!

Ze horen tot de grootste ijdeltuiten,
Zijn arrogant, verwaand en zelfvoldaan.
Ze denken dat ze op een voetstuk staan
En dat ze aldoor iets van waarde uiten.

Hun loze woordenstroom lijkt niet te stuiten
Nog minder dan een druppelende kraan.
Er komt helaas echt nooit een einde aan
De regels vers die aan hun brein ontspruiten.

Het zijn toch zulke zielige flapuiten:
Ze lijden stuk voor stuk aan het bestaan.
Hun zielenpijn komt ongeremd naar buiten
Als lava uit een werkende vulkaan.

Dus mijd poëten, dichters en kornuiten
En doe gewoon alsof ze niet bestaan!

(Uit 'Het leven gaat van A tot Z, sonnetten 2003-2010',
Hier gepubliceerd bij gelegenheid van de eerste poëzieweek.)

Geef Anne een kans

Wij hoopten op een vormvast dichter die
Het metrum respecteert. We krijgen echter
Een dichteres bekend als woordenvlechter
Als uithangbord van onze poëzie.

Toen ik het hoorde, dacht ik potverdrie,
Ze zadelen ons op met Anne Vegter.
Dat lijkt verdomd na Ramsey Nasr slechter
En leidt tot Driek van Wissen-nostalgie.

Maar och, het heeft geen zin ons tandgekners,
We moeten Anne wel wat kansen geven
En zien wat zij laat rollen van haar pers.

Wellicht wendt zij als dichter wel haar steven
En schrijft zij voor het vaderland een vers
Dat na haar afscheid eeuwen voort zal leven.