zondag 22 december 2013

Dromen van

Weer ging een jaar verbazend snel voorbij
En vielen alle blaadjes van de bomen,
Weer ging een zomer voor de herfst opzij
En is te snel de winterkou gekomen,

Weer had de tijd alleen de heerschappij
En heeft hij ons een vol jaar afgenomen,
Weer lopen wij in winterse kledij
En kunnen van wat was alleen nog dromen.

Maar dromen doen we ook van fris en groen
Van weer een jonge lente in ons leven
En wat de zon met onze huid zal doen.

Wat zal het nieuwe voorjaar ons gaan geven
En wordt de zomer weer zo’n mooi seizoen
Al duurt die, net als dit jaar, ook maar even?

donderdag 28 november 2013

Terwijl de tijd

Terwijl de tijd minuten en seconden
Als veel te gulzig monster tot zich neemt
Terwijl de klok steeds stukjes leven claimt
Door elke keer de cirkel weer te ronden

Terwijl een nieuwe dag mij onomwonden
Vertelt dat ik van vroeger ben vervreemd
Terwijl ik als een vluchteling, ontheemd
Steeds sneller richting toekomst wordt gezonden

Probeer ik mij te laven aan het nu
Ik wil niet dat de tijd met mij kan sollen
Of over mij de baas speelt, nondeju!

Al gaan de wijzers nog zo door met hollen
Ik schrijf een mooi gedichtje op voor u
Om, even maar, de tijd te laten stollen

donderdag 21 november 2013

Metamorfose

Die kerel in de spiegel kijkt mij aan
Alsof ik iets van hem heb aangetrokken
En hij, beneveld door wat flinke slokken,
Met mij eens stevig op de vuist wil gaan

Ga weg, denk ik. Hij blijft verdomme staan
En grijnst naar mij. Ik ben een held op sokken
Die van zijn aanblik hevig is geschrokken
En roepen wil: Ik heb heus niets gedaan

Dan wrijf ik restjes slaapzand uit mijn ogen
Ik maak mijn voorhoofd, neus en wangen nat
En pak een handdoek om me af te drogen

Ik zie mezelf: mijn huid is niet meer glad
Al heeft de spiegel enigszins gelogen
Ik heb mijn beste tijd al lang gehad

maandag 28 oktober 2013

'A perfect day'; bij de dood van Lou Reed

Hij kende het: een haast perfecte dag,
Zo een waarop problemen zijn verdreven
Waarop je kunt genieten van het leven
Gewoon omdat van alles kan en mag.

Zo’n dag waarop je rondloopt met een lach
En samen met die ander lijkt te zweven.
Hij heeft ooit in een prachtig lied beschreven
Hoe zij hem zich vergeten liet. Maar ach …

Zo’n dag kan in een liedje voortbestaan
Maar in het echt kon hij zich niet vergeten
En is die dag gewoon voorbijgegaan. 

Hij heeft toen hij dit lied schreef reeds geweten
Dat hij hiermee de tijd niet kon verslaan
Al heeft dit hem als ieder mens gespeten. 

donderdag 24 oktober 2013

Jeugdzonde

Ooit speelde ik een middag Zwarte Piet
En liet mijn hoofd met schmink heel donker maken.
Ik diende Sint. Ik deed heel trouw mijn taken,
Zong hard mee met het ‘Zie de stoomboot’-lied.

En had een kind als hij mij zag verdriet
Dan gaf ik snoep. Dat liet zo’n kind zich smaken.
Zo wist ik menig kinderhart te raken
En kreeg ook van hun ouders veel krediet.

Nu, jaren later, blijkt dat ik die dag
Een deel was van racistische praktijken.
Uit vrije wil. Ik ben dus flink van slag.

Ik liet mij als een knecht van Sint bekijken 
En kon zo op een slaaf van blanken lijken.  
Hoe stom dat ik dat destijds nog niet zag.

woensdag 2 oktober 2013

Vaker naar Lelystad

Ik was nog nimmer in het nieuwe land
Dat nog een zee was toen ik werd geboren.
Dat Flevoland, zo zat tussen mijn oren
Daarmee krijg ik mijn leven lang geen band.

Dit echter bleek vandaag een misverstand:
Ik mocht er een gedicht gaan laten horen
Dat door een jury daar werd uitverkoren
En men beloonde mij met gulle hand.

Ik deed dus in de polder goede zaken
Omdat men mij vereerde met een prijs:
Een envelop gevuld met heel wat knaken.

Het was naar Lelystad een lange reis
Maar deze zal ik vast nog vaker maken:
Het is voor dichters daar een paradijs.

donderdag 26 september 2013

Bij de dood van Gerrie Mühren

Hij hield met groot gemak een aantal uren
Een bal omhoog op straat of op het gras.
Dan leek het of het reuze simpel was
En desnoods wel een eeuwigheid kon duren.

Geen speler had techniek als Gerrie Mühren
Of was er met een bal zo in zijn sas.
Geen tegenstander kwam er aan te pas:
Hij legde hem gewoonweg in de luren.

Degenen die destijds zijn spel aanschouwden
Die rilden van verrukking en genot
Waarna ze jaren later om hem rouwden.

Want Gerrie werd te ziek en bleek tot slot
De bal niet eeuwig hoog te kunnen houden.
Of houdt hij hem nu ginds omhoog bij god?

donderdag 19 september 2013

Ode aan mijn studentenstad

Nu alle drie mijn kinderen er wonen
Op kamers ginds in mijn studentenstad
Herleeft de mooie tijd die ik er had
En wil ik haar mijn liefde nogmaals tonen.

O Nijmegen, ik wil jou graag bekronen.
Al werd dan de relatie ook een LAT
Toch wil ik jou hier laten weten dat
Ik nooit een stad zag die jou kon onttronen.

Ik woonde vier jaar lang in Brakkestein
En daarna nog eens vier jaar op drie plekken
Maar zelfs in Dukenburg had ik het fijn.

Wat ik toen in die jaren mocht ontdekken
Bleek later steeds een rijke bron te zijn. 
Ik zal nooit echt uit Nijmegen vertrekken.  

dinsdag 9 juli 2013

Appelboom in ouderlijke tuin

Mijn vader zegt: "Hij is me voorgegaan.
Je moet, wanneer je kunt, gauw komen kijken."
Ik ga meteen, verbaasd dat kon bezwijken,
Wat er al heel mijn leven heeft gestaan.

Mijn vader lacht. Toch zie ik ook een traan
Heel kleintjes in zijn linkerooghoek prijken.
Hij wil me zijn verdriet niet laten blijken
Maar is voor mij toch zichtbaar aangedaan.

Er liggen volle takken in het gras,
De oude stam is overlangs gespleten,
De boom zal nooit meer worden hoe hij was.

Hoe lang ik leef, ik zal dit nooit vergeten
Maar over dertig jaren snap ik pas
Wat pa denkt dat de boom vandaag laat weten.

woensdag 3 juli 2013

Bij de dood van Maarten van Roozendaal

Hij zong met overtuiging 'Red mij niet!'
Met rauwe stem, getekend door het leven,
Waarmee hij zich vol passie heeft gegeven
In menig ruig en hard-romantisch lied.

Geen ander is er in ons taalgebied
Die zulke rake teksten heeft geschreven.
Hoe hij ze bracht, zo heftig en gedreven,
Dat maakte hem bij kenners favoriet.

"Ik ben nog weer een jonge lente waard"
Heeft hij in 'Mooi' voor zijn publiek gezongen
En zo zijn liefde aan april verklaard.

Maar Maarten heeft zijn lijf en ook zijn longen
Al rokend en al drinkend niet gespaard,
Was reddeloos toen Hein hem heeft besprongen.

zondag 23 juni 2013

Bij Bruce in het Goffertpark


Hij liet zich niet weerhouden door de regen
Of doordat hij al drieënzestig is
Hij voelde zich in 't water als een vis
En kan er zo te zien nog jaren tegen.

Hij bleef maar met zijn hele lijf bewegen
En oogde als een jonge hond zo fris.
Zijn leeftijd lijkt voor Bruce geen hindernis
Alsof hij aan de tijdklok is ontstegen.

Voor hem was heel de Goffert volgelopen
Met mensen van mijn leeftijd en veel jeugd
Die voor The Boss ook kaartjes wilde kopen.

Ik was erbij en o, het deed me deugd
Want Bruce die zong mijn hart volledig open.
Ik hoop dat dit concert mij heel lang heugt.

zaterdag 15 juni 2013

Bij de dood van Saskia Holleman

Ze heeft in gindse wei zich bloot gegeven
Haar armen voor de camera gespreid.
Zo stond ze voor een koe, een mooie meid,
En heeft haar hoofd toen hemelwaarts geheven.

De poster waaraan blikken bleven kleven,
Bracht velen nogal in verlegenheid
Maar werd daardoor symbolisch voor die tijd,
De sixties en een vrijgevochten leven.

Al had ik dan haar naam nog nooit gehoord
Ik schrok toch even van haar overlijden;
Het beeld van toen werd al te ruw verstoord.

Zij zal haar armen nooit meer kunnen spreiden
Maar leeft nog lang in veel geheugens voort.
Ontwapenend! Dat waren nog eens tijden.

zaterdag 8 juni 2013

Witte wanden


De schilder komt en ook de stukadoor
Om onze woning up to date te maken
En ieder plekje dat die mannen raken
Wordt door hun handwerk mooier dan daarvoor.

Van kleuren uit hun kindertijd geen spoor
Wanneer ze in hun oude bed ontwaken
En zien hoe men hier orde stelt op zaken
Met witte wanden als een metafoor.

Het lijkt na twintig jaar opnieuw beginnen
Met doordeweekse dagen zonder kroost
Maar met herwonnen ruimte voor beminnen.

We drinken 's avonds wijn en zeggen: "Proost!"
Ze vallen immers in het weekend binnen
En dat vooruitzicht biedt voldoende troost.

donderdag 6 juni 2013

Nieuwe vloer


Toen hij gelegd werd was de jongste drie
En heeft ze er verwonderd naar staan kijken
Maar och, de ondergrond van glanzend eiken
Werd snel het speelveld voor haar fantasie.

Met vijven leefden wij vol energie
Terwijl de tijd maar doorging met verstrijken
En gaandeweg de glans steeds meer moest wijken
Voor vlekken, krassen en melancholie.

Nu ook de jongste reeds een kamer huurt
Met laminaat en bed voor twee personen
Wordt onze eiken vloer opnieuw geschuurd.

We zullen hem met tweeën gaan bewonen
Zodat het na het lakken langer duurt
Voordat de vloer weer krassen gaat vertonen.

zondag 2 juni 2013

Jambe

De jambe is het ritme van mijn leven
Ik ga ermee naar bed en sta weer op
Met in mijn hele lijf die hartenklop
Als logisch en onloochenbaar gegeven.

De jambe zegt steeds: "Dichter, heb je even."
En of ik mij nu doof houd of verstop,
Een nieuwe zin blijft zingen in mijn kop
Zolang ik hem nog niet heb opgeschreven.

Er zit voor mij niets anders op: ik schrijf
En tel zo elke keer de lettergrepen.
Het is een niet te stoppen tijdverdrijf.

Ik moet wel met dit metrum blijven dwepen       
Zolang er lucht blijft komen in mijn lijf
Totdat mijn keel voorgoed wordt dichtknepen.

dinsdag 28 mei 2013

Voor Jaap

Soms houdt het zoeken naar een woord me wakker
En weet ik echt niet hoe ik verder moet
Dan denk ik: dit gedicht wordt nooit meer goed
En voel ik mij een dwaas, een arme stakker.

Gelukkig heb ik in die nood een makker;
Al heb ik hem dan live nog nooit begroet
Hij heeft me vaak geholpen en behoed
Dus schrijf ik deze ode voor Jaap Bakker.

Geen boek waar ik zo vaak in heb gekeken,
Waarin ik zoveel van mijn gading vind
Als Jaap zijn woordenboek, zo is gebleken.

Hij geeft me elke keer een goede hint
En weet zo een impasse te doorbreken
Waarvan ik net zo blij word als een kind.

Vragen

Heeft hij een grijze baard en lange haren
Of is het soms een vrouw en is ze zwart?
Heeft hij of zij een hoofd en ook een hart
Dat klopt en tobt en oud wordt met de jaren?

En zou een god ook wel eens navelstaren
En is hij weleens angstig of verward
Of dagenlang totaal vervuld van smart
Zodat hij dreigt de hoop te laten varen?

Wanneer ik niet geloof dat hij bestaat
Zal hij zich dan toch over mij ontfermen
Wanneer het straks wat minder met mij gaat?

Is als ik van de pijn flink lig te kermen
Het dan voor een gebed tot hem te laat
Of zal hij mij dan desondanks beschermen?

donderdag 23 mei 2013

Examenzaal


Hun blik is steeds weer in zichzelf gekeerd
Om in hun overvolle hoofd te zoeken
Naar wat er in hun schrift stond of hun boeken,
Waaruit de laatste dagen is geleerd.

Soms wordt er even wat geconsumeerd
Uit flesjes drank of pakjes zoete koeken.
Soms zit een leerling binnensmonds te vloeken
Omdat een stomme vraag hem flink frustreert.

Bij elk examen drie uur concentratie,
Niet praten, geen mobieltje in de buurt
Dat is voor hen op zich al een prestatie.

En dan zo'n surveillant die hen begluurt
Terwijl het steeds meer ruikt naar transpiratie.
Het lijkt of drie uur zo nog langer duurt.

maandag 20 mei 2013

Voor een vriend

Een vriendschap die bestand is tegen jaren
En tegen wat zich voordoet op je pad
Die dreef op wat je vroeger samen had
Toen jullie jong en onbezonnen waren

Maar die nu ik jouw huid zie door je haren
En jij zegt: "Goh, jouw buik is niet meer plat"
Door beiden nog op waarde wordt geschat
En als een stevig stoomschip voort blijft varen

Zo'n vriendschap die voor tegenwind niet zwicht
Al heeft het schip een tijd lang stilgelegen
En is er wel wat schade aangericht

Maar die heeft onze band niet stuk gekregen.
We blijven, reeds wat oud in ons gezicht
Elkander door de tijd heen toegenegen.

zondag 12 mei 2013

De magnolia bloeit

Wanneer de lente winter heeft verslagen
En dat wat dood leek toch nog levend blijkt
Wanneer de kou uit onze botten wijkt
En steeds wat langer licht valt op de dagen

Dan is er niets wat zozeer kan behagen
En zozeer met haar nieuwe schoonheid prijkt
Dat men er met verwondering naar kijkt
Als deze boom  die bloemen is gaan dragen.

De witte of de roze bloemenpracht
Kan echter nogal snel wat bruin gaan kleuren 
Wanneer het onder nul is in de nacht.

Ook zonder nachtvorst zie je dit gebeuren:
De bloemen vallen sneller dan je dacht.
Wat valt die korte bloeitijd te betreuren.

woensdag 8 mei 2013

Ochtendconcert


Toen ik vanochtend vroeg al wakker werd
Nadat een boze droom mij nogal kwelde
Was ik getuige van een heus concert
Waarin zich vele vogels lieten gelden.

Ik was, nog slaperig, meteen alert
En hoorde wat zij allemaal vertelden.
Wat zijn ze, dacht ik, heerlijk extravert,
Wat hebben ze elkaar toch veel te melden.

Mijn droom was mij onmiddellijk ontschoten
En ik heb van dat opgewekt gefluit
Als nooit tevoren heel intens genoten.

Een uurtje later zei ik: "Kom, eruit!"
Ze hebben niet voor niets zo mooi gefloten
Maar deze dag vol kansen ingeluid.

maandag 6 mei 2013

Nooit meer lente

De lucht is blauw. We zitten lekker buiten.
De voorjaarszon brandt op mijn winterhuid.
Het waait, maar er is nauwelijks geluid
Dus hoor ik hoe de vogels liedjes fluiten.

Ik voel het gras dat kriebelt aan mijn kuiten
En ruik de lente, geurig en gekruid
De tijd gaat trager dan normaal vooruit
Maar de natuur die laat zich niet meer stuiten.

Hoe mooi! Maar mij blijft steeds te binnen schieten
Hoe zij die van de zon zozeer genoot
Van deze lente niet meer kan genieten.

De laatste mooie herfstdag ging ze dood
Waarna wij in de tijd haar achterlieten
En winterkou voor altijd haar omsloot.

Nooit meer Koninginnedag

De dag waarop ik ooit heb zak gesprongen
Mijn kinderfiets heel fleurig heb versierd,
Waarop ik het Wilhelmus heb gezongen
En voor de koningin heb feestgevierd,

De dag waarop ik later op een kleedje
Met zoon en dochters rommel heb verspreid
-Het bracht helaas niet meer op dan een beetje
Maar och, die centjes hebben hen verblijd-,

Die dag, de laatste van de maand april,
Zal nooit meer zijn zoals we deze kennen.
Het blijft op deze dag van nu af stil
Maar dat zal op den duur ook wel gaan wennen.

Al is dan Koninginnedag voorbij
Het wordt ook volgend jaar gewoon 1 mei.

donderdag 2 mei 2013

Ballade voor de nieuwe koning


Ga flink en regelmatig uit je bol
Dan is het koningschap geen zware baan
En houd je niet steeds aan het protocol
Maar laat dat op zijn tijd eens lekker gaan
Je hoeft heus niet het bier te laten staan
Of slechts voorzichtig aan een glas te nippen
Blijf waar je ook verschijnen moet spontaan
Je bent niet slechts om lintjes door te knippen

Sla nu en dan gewoon een keer op hol
En dans met Máxima op de vulkaan
Val regelmatig even uit je rol
Doe dingen die nog nimmer zijn gedaan
Door Nederlander noch Antilliaan
En laat je ook gerust een vloek ontglippen
Je mag best met je vuist op tafel slaan
Je bent niet slechts om lintjes door te knippen

Wanneer je denkt: het langste leeft de lol
En niet bezwijkt voor dagelijkse waan
Dan houd je het beslist wat langer vol
En zal er meer een lach zijn dan een traan
Een koning is beslist geen kapelaan
En mag als iedereen soms egotrippen
Je bent een mens en dus gewoon humaan
En bent niet slechts om lintjes door te knippen

Dus Alex, blijf jezelf van meet af aan
Dan stijgt het water heus niet naar je lippen
Geniet met Máxima als je kompaan
Je bent niet slechts om lintjes door te knippen

woensdag 17 april 2013

Bij de dood van de laatste vooruitstrevende bisschop


Hij zag destijds het stelen van een brood
Als daad die toegestaan was voor de armen.
Hij had met wie het minder had erbarmen
En wilde hem verlossen uit zijn nood.

Ook voor wie aids had was zijn hart heel groot
En Rome 's standpunt wou hij niet omarmen.
Hij was een mens aan wie men zich kon warmen
En die slechts koud kon worden door de dood.

Maar ja, dat is nu eenmaal hoe het gaat,
Want zelfs een oude bisschop krijgt zijn kwalen.
Hij schikte zich. Hij wist dat god bestaat
En hem ooit op een goede dag zou halen.

Hij was modern en niet voor 't celibaat
Maar zal daarvoor bij god geen tol betalen.

maandag 8 april 2013

Bij de dood van The Iron Lady

Al spoot ze liters haarlak in haar haren
En dacht men zelfs dat zij van ijzer was,
Al wist ze met haar mond in een grimas
Als eerste vrouw haar eigen koers te varen

Al was ze nogal machtig vele jaren
En sloeg ze vakbondsleiders met haar tas,
Al hief ze met vriend Reagan graag het glas
En wou ze communisme dood verklaren

Ze wist dat ijzer eens gaat oxideren,
Ze wist dat haar toch op den duur vergrijst
En dat dit met geen haarlak valt te keren

Ze wist dat roem zijn tol een keertje eist
En niemand op vervlogen roem kan teren,
Ze wist dat niemand uit zijn as herrijst.  

zaterdag 6 april 2013

Zolang oma leest


Zolang als oma in de krant kan lezen
En in de Elsevier of de Margriet,
Zolang ze elke dag nog letters ziet
Zal zij van ieder kwaaltje nog genezen.

Zolang ze leest zal zij nog helder wezen
En wordt ze dus geen oude zielenpiet,
Zolang ze er nog zichtbaar van geniet
Is er voor ons geen reden om te vrezen.

Zolang een boek haar brengt in hoger sferen
En zij van lezen nog de lol kan zien
Zolang zal haar de ouderdom niet deren.

Ze leeft al lezend nog een jaar of tien.
Ze blijft zo steeds haar hersens stimuleren
En zal ook niet snel vallen bovendien.

woensdag 3 april 2013

De nieuwe anchorvrouw

Mijn hart sprong op. Wat was ik opgetogen
Toen ik het op een nieuwssite had gezien:
De nieuwe anchorvrouw wordt Annechien
Als Sacha straks in mei is uitgevlogen.

Haar korte zwarte haar, haar mooie ogen,
Haar sensuele mondje bovendien,
Zij stond bij mij al hoog in de top tien.
Sinds ik haar zag, heb ik haar steeds gemogen.

Al zal ze heus de feiten niet verdraaien
Als zij het nieuws om acht uur presenteert
De wind zal vast wat aangenamer waaien.

Wanneer zij nieuwsberichten uitserveert
Dan zal de wereld zeker wat verfraaien
En raak ik, kijker, niet gedeprimeerd.  

zondag 24 maart 2013

Doel


Voor Jan Kal

Dit vers is voor mijn voorbeeld, dichter Kal
Die net als ik sonnetten kan waarderen.
Hij liet er daarvan vele publiceren,
Ja zelfs een bundel met een duizendtal.

Of ik hem ooit nog evenaren zal
Dat zal de tijd, mijn leidsman, moeten leren.
Ik wil, zo denk ik nu, het gaan proberen.
De helft ervan die nadert immers al.

Een bundel met een duizendtal gedichten
Met op de kaft ervan mijn eigen naam
Dat is een doel waarop ik mij ga richten.

Jan Kal is qua sonnetten meer bekwaam.
Dat geeft een druk waarvoor ik niet wil zwichten
Want ooit, wellicht, krijg ik dezelfde faam.

Kom, lente


Wat heeft toch deze winter lang geduurd,
Wat heeft de kou toch lang ons kunnen kwellen.
In heel mijn lijf, in al mijn lichaamscellen
Ben ik door deze kou te zeer verzuurd.

De winter heeft ons als een burcht ommuurd,
De sneeuw ging gaandeweg ons meer beknellen.
We hadden met dit weer het zwaar te stellen
Alsof een boze god het had gestuurd.

Maar nu, eind maart, het is de hoogste tijd
Dat wij aan deze ketens gaan ontsnappen
En dat de zon ons uit die burcht bevrijdt.

Kom, lente, toon je fraaiste eigenschappen,
Geef volop blijk van jouw aanwezigheid,
Verkwik ons lijf en alle lichaamssappen.

zaterdag 23 maart 2013

Neushaartjes


Er komen kleine haartjes uit mijn neus,
Er groeien zelfs ook plukjes op mijn schouder.
De aanblik wordt, naarmate ik verouder,
Nou niet bepaald van dat je zegt flatteus.

Ik was een slanke man. Maar nu? Niet heus,
Mijn buikje wordt me gaandeweg vertrouwder.
Ik krijg het als ik sport ook snel benauwder
En ben niet meer als vroeger ambitieus.

Ik kan die haartjes in mijn neus gaan trimmen,
Die van mijn schouder scheren met een mes,
Ik kan mijn huid met zalf weer laten glimmen.

Maar och, dat heeft slechts tijdelijk succes.
Qua jaren blijf ik op de ladder klimmen,
De geest der jeugd komt nooit meer uit de fles.

donderdag 21 maart 2013

Hoe vaak?


Hoe vaak al heb ik jou een kus gegeven?
Hoe vaak heb ik je in je nek gestreeld?
Hoe vaak heb jij het bed met mij gedeeld
En hebben wij de liefde al bedreven?

Hoe vaak liet jij mij op de wolken zweven?
Hoe vaak heb jij met woorden mij geheeld?
Hoe vaak heb jij door aandacht klaargespeeld
Dat jij me na een dip weer op liet leven?

En toch, er blijft verdomme steeds iets knagen
Want ik weet niet hoe vaak het nog zal zijn
En ach, het heeft geen zin het jou te vragen.

Al hebben wij het samen goed en fijn
Er resten na vandaag steeds minder dagen
En dag na dag wint tijd op ons terrein.

donderdag 14 maart 2013

Franciscus 1

De nieuwe paus is dus een Argentijn,
Een jezuïet met zo te zien veel charme.
Hij wist meteen de harten te verwarmen
Van al die pelgrims op het Pietersplein.

Hij schijnt een vroom en sober mens te zijn.
Als kardinaal had hij, zo bleek, erbarmen
Met aidspatiënten, kwam op voor de armen
En woonde in geen groot paleis maar klein.

Maar als Franciscus moet hij nu bewijzen
Dat hij de kerk ook echt hervormen kan
En deze niet nog verder laat vergrijzen.

Wat is hij met het celibaat van plan?
En mag een man ook trouwen met een man?
Want dat bepaalt of men hem straks zal prijzen.

donderdag 7 maart 2013

Sacha stopt

We zullen haar na mei niet vaak meer zien
Nu zij besloot het lezen te gaan staken.
Ze wil voortaan weer fotootjes gaan maken
Want fotograaf is zij van origine.

Ze las het nieuws een jaar of zeventien
En was voor ons, de kijkers, als een baken.
Van hier en ginds wist zij de stand van zaken
En lachte er zo mooi bij bovendien.

Maar Sacha stopt. Ze volgt haar eigen hart,
Het mijne kan haar hoegenaamd niets schelen.
Dat doet zo'n pijn en is vervuld van smart.

Haar stem zal straks mijn oren niet meer strelen,
Een feit dat mij ook nu al erg verwart.
Ik ga "Och Sacha, blijf toch!" naar haar mailen.

maandag 4 maart 2013

Virelai post-moderne

Zeg, weet u soms waar Abraham
(De pa van Isaac, weet u wel)
De mosterd haalt?

Een vraag die mij zeer bezighoudt
En ik, sinds ik ter wereld kwam,
Voortdurend stel.

Ik heb die plaats nog niet bepaald
Al ben ik reeds behoorlijk oud
En stijf en stram.

Geef mij het antwoord en graag snel!
U wordt dan gul door mij betaald:
Een kilo goud.

donderdag 28 februari 2013

Kwelling


Wat had ik allemaal niet kunnen doen
Wanneer ik nooit sonnetten had geschreven
En hoeveel leuker was wellicht mijn leven
En hoeveel meer had ik verdiend aan poen?

Wat ben ik welbeschouwd een grote oen
Dat ik veel tijd aan dichten heb gegeven
Terwijl daar amper voordelen aan kleven
Niet nu en evenmin na mijn pensioen.

Maar ja, ik kan het dichten echt niet laten.
Ideeën dienen zich voortdurend aan
En zijn voor mij helaas een soort dictaten.

Dus moet ik deze kwelling steeds doorstaan.
Al kan ik er mezelf soms wel om haten
Ik dicht totdat mijn licht wordt uitgedaan.

zondag 24 februari 2013

Bij de dood van Atje

Ze had een scherpe stem en spitse kin
En ook haar neus die stak een eind naar voren.
Ze was Friezin want werd in Grouw geboren

Alwaar ze moeder werd en ook boerin.

Maar op het schaatsen zette zij haar zin
En ook al kon haar stijl niet echt bekoren
Ze ging ontzettend hard vooruit op Noren
En werd bij vrouwenschaatsen koningin.

Ze won veel prijzen, werd zo 'onze Atje'
En kon de mensen zo bewijzen dat je
Met wilskracht in het leven heel ver komt.

Maar zelfs haar wilskracht bleek gewoon te falen
Toen gisteren de dood haar plots kwam halen
En heel haar leven snel werd uitgegomd.

donderdag 21 februari 2013

Dorsimbra

Het leven gaat in rotgang richting dood.
Het tempo is bijkans niet bij te benen
En slaat ons, tobbers, vaker uit het lood.
Waar moet men troost en geestkracht aan ontlenen?

Er is geen rem
Geen oponthoud
Geen plaats om
Voor de tijd te schuilen.

En toch ik laat me heus niet koeioneren,
Negeer de klok en houd me horend doof
En soms vergeet ik dan een paar seconden:
Het leven gaat in rotgang richting dood.

dinsdag 12 februari 2013

Nieuwe paus


De dag ging van historie zwanger,
Het gonsde op het Pietersplein.
Verbaasd was iedereen, Romein,
Passant en ook vakantieganger.

Paus Benedictus kan niet langer
De katholieke herder zijn.
Er komt een eind aan zijn termijn
Als Gods en Petrus' plaatsvervanger.

Uit zwangerschap wordt wat geboren.
Nu hij geen paus blijft tot zijn dood
Komt uit de tijd iets nieuws naar voren.

Een zwarte paus wordt gepromoot.
Men wedt op hem in gokkantoren
Tot aan de witte rookuitstoot.

donderdag 7 februari 2013

Steen


Mijn moeder is een zwarte steen geworden
Met witte letters, strak in het gelid.
Wat zichtbaar van haar overbleef is dit
Sinds dat de bloemen op haar graf verdorden.

Toch sta ik bij die steen met haar te praten
-Gedachten die verwaaien in de wind-
"Hier ben ik, mam, ik ben nog steeds je kind
Al heb je dan het leven losgelaten."

De steen die zwijgt zoals een steen kan zwijgen
Maar na een windvlaag klinkt een soort van zucht,
Voorbij de dood, zo broos, maar ook zo eigen.

Ik kijk naar boven, naar de zware lucht
Met wolken die met nieuwe regen dreigen.
Voor even is de afstand overbrugd.

woensdag 6 februari 2013

Februari

De tweede maand heeft altijd minder dagen.
Je vraagt je af: heeft God dat ooit bedacht?
Heeft hij over ons leven zoveel macht
Dat hij ons met zo’n korte maand kon plagen?

De tijd die blijkt steeds full speed voort te jagen
En niemand kan ontsnappen aan die jacht.
Een dag gaat meestal sneller dan je dacht
En valt verdomme nooit eens te vertragen.

Waarom heeft deze maand dan minder dagen,
Maar twintig en daarna slechts doorgaans acht?
Ik wil mij, God, daarover hier beklagen,
Al weet ik dat het zinloos is, zo’n klacht.

U reageert toch niet op onze vragen.
Ik vrees dat u slechts in uw vuistje lacht.

zondag 3 februari 2013

Ritueel


Ik houd het kleine ritueel in ere
en schud jouw kussen elke dag weer op,
opdat je elk moment terug kunt keren
en ik weer kan gaan liggen naast mijn pop.

Iedere dag, wanneer het avond wordt,
en ik mij van mijn dagtaak heb gekweten
maak ik de tafel klaar: een extra bord,
hoewel ik weet dat jij geen hap zult eten,

bestek, je eigen stoel, een kaars, een glas,
ik zet ze voor je neer om naar te kijken
alsof je enkel opgehouden was
voor mij een vrouw, een huisgenoot te lijken.

Ik hoor (hoe kon ik denken dat hetgene
waarop ik al zo lang enorm gesteld was
waardoor ik ben, voor altijd was verdwenen?),
alsof je bent herrezen uit de as,

ik hoor, alsof de woning nog bestond,
het huis dat ik in dromen voor ons bouwde,
het grind, de klink, het aanslaan van de hond,
die vaker jou besprong en op jou kauwde,

en je komt binnen op het ogenblik
(hoewel jij van de tijd geen flauw benul had)
dat ik de lamp ontsteek, de bloemen schik,
alsof ik hier met jou niet steeds voor lul zat.

Ik hoop alleen dat ik dan rustig blijf
zoals jij al die tijd ook rustig bleef
en haast niet opziend van mijn stil bedrijf
(alsof ik net als jij maar amper leef)

de woorden vind, als was het vanzelfsprekend
en ik niet zie dat jij van plastic bent:
Schuif aan; tast toe: er is op je gerekend,
de hoogste tijd dat jij weer wordt verwend.

(Dubbelganger, gebaseerd op Ritueel van Jean Pierre Rawie)

zaterdag 2 februari 2013

Mijd de dichters!

Ze horen tot de grootste ijdeltuiten,
Zijn arrogant, verwaand en zelfvoldaan.
Ze denken dat ze op een voetstuk staan
En dat ze aldoor iets van waarde uiten.

Hun loze woordenstroom lijkt niet te stuiten
Nog minder dan een druppelende kraan.
Er komt helaas echt nooit een einde aan
De regels vers die aan hun brein ontspruiten.

Het zijn toch zulke zielige flapuiten:
Ze lijden stuk voor stuk aan het bestaan.
Hun zielenpijn komt ongeremd naar buiten
Als lava uit een werkende vulkaan.

Dus mijd poëten, dichters en kornuiten
En doe gewoon alsof ze niet bestaan!

(Uit 'Het leven gaat van A tot Z, sonnetten 2003-2010',
Hier gepubliceerd bij gelegenheid van de eerste poëzieweek.)

Geef Anne een kans

Wij hoopten op een vormvast dichter die
Het metrum respecteert. We krijgen echter
Een dichteres bekend als woordenvlechter
Als uithangbord van onze poëzie.

Toen ik het hoorde, dacht ik potverdrie,
Ze zadelen ons op met Anne Vegter.
Dat lijkt verdomd na Ramsey Nasr slechter
En leidt tot Driek van Wissen-nostalgie.

Maar och, het heeft geen zin ons tandgekners,
We moeten Anne wel wat kansen geven
En zien wat zij laat rollen van haar pers.

Wellicht wendt zij als dichter wel haar steven
En schrijft zij voor het vaderland een vers
Dat na haar afscheid eeuwen voort zal leven.

donderdag 31 januari 2013

Pauze

Men loert. De zitplek is bewust gekozen.
Er lopen dunne draden door de kamer
Als door een dwarse spin gesponnen
Zo zichtbaar voor wie zien wil. Er staat

Zelfs stroom op. Die is voor de nieuwelingen
Naïevelingen die nog durven denken
Dat zonder ogen die op loeren staan
De hele kamer hun terrein kan zijn.

Het duurt niet lang. Een stroomschok is genoeg
Voor nederig besef dat zitten hier
Nooit zomaar zitten is, een keuze is
De argeloosheid ruim voorbijgestreefd.

Een tafel is een plek voor bondgenoten
Die lachen om dezelfde grap, ha ha
Dat anderen het horen. Zie hen hier
Verheven zitten zijn. Maar wat hen bindt

Is amper nog in rake taal te vangen.
Men heeft zijn plek. En ginds daar zit de ander.
Men kauwt en houdt de knieën bij elkaar.
Men drinkt zijn koffie op. Men is beducht.

woensdag 30 januari 2013

Als muziek

Laat de woorden helder klinken
Resoneren als muziek,
Laat ze stralen, laat ze blinken
Door de juiste verstechniek

Geef de oren wat te drinken
Door te rijmen, door ritmiek,
Laat dat wat je zegt bezinken
In het hart van jouw publiek.

Wie gedachten kan verklanken
In een muzikaal gedicht
Zal men enthousiast bedanken

Want hij maakt het leven licht
Laat ons dansen op de planken,
Brengt een lach op ons gezicht.

Geschreven ter gelegenheid van de 14e gedichtendag,
31 januari 2013

dinsdag 29 januari 2013

Dubbele amfibrachys

1
Toen Loes mij wou zoenen
en ik me verzette
belandde haar kusje
precies op mijn kin.

Hoe lekker! Het vroeg om
herhalingsmomenten
sindsdien is die Loes dus
mijn nieuwe vriendin.

2
Frauderen, bedriegen
verdonkeremanen,
dat lijkt me in feite
best leuk om te doen.

Helaas, als een trouwe
belastingbetaler,
ik denk er wel aan maar
ik hou mijn fatsoen.

3
Wat anderen zeggen,
ik laat me niet kisten
en ga er voorlopig
nog even mee door.

Ik weet, het is niet echt
bewonderenswaardig
maar, dactylusdenkers,
ik ga er wel voor.  

Uncoupled couplets

Nijhoff
Ik ging naar Bommel om de brug te zien
Maar ik bleef plakken in de kroeg van Mien.

Slauerhoff
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak:
Dus krijg ik elke dag weer een nat pak
En moet ik steeds opnieuw de boel verschonen.

Bloem
Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood,
Dus overdag dan zijn mijn ogen rood
En zit ik heel de tijd maar wat te gapen.

Drs. P
We rijden met de troika door het eindeloze woud
Mijn vrouw heeft immers vliegangst, krijgt het in een trein benauwd.

Abdicatie

Na jaren van voortdurend speculeren
In media, sensatiepers, op straat,
Wanneer de dag zou komen dat ze gaat
Komt nu toch het moment van abdiceren.

Ze wilde zelf dit einde regisseren
Heel goed beseffend dat ze vroeg of laat
Niet langer meer de Nederlandse staat
Op haar zo eigen wijze kon regeren.

Het tijdstip is, zo vindt ze, nu gekomen
Om plaats te maken voor haar oudste zoon
En hem te laten zitten op haar troon
Waarover hij al lange tijd kon dromen.

Na drieëndertig jaar, het is niet niks,
Komt er een eind aan tijdperk Beatrix.   

donderdag 24 januari 2013

Liefde tegen beter weten

Al blijkt dat elke renner pillen slikt
En velen zich ook vol hormonen spuiten.
Al wordt de sport beheerst door farmaceuten
En wordt er flink gesnoven en geprikt.

Al gaat men steeds zich aan bedrog te buiten
Waar het publiek nog nauwelijks van schrikt.
Al zijn ze meestal nep, die wielerkuiten
En heeft wie wint de ander vaak geflikt.

Toch blijf ik naar de wielersport graag kijken
En houdt mijn liefde voor het fietsen stand.
Zo'n wedstrijd valt met niets te vergelijken.

Met Boogerd heb ik levenslang een band.
Al zal zijn fraude op termijn ook blijken
Ik houd me doof en sta toch aan zijn kant.

zondag 20 januari 2013

Sneeuw

Sneeuw blijft iets wonderlijks
Winterse achtertuin
Wit is een kleur die naar
Eeuwigheid streeft

Maar wordt mijn tuin weer een
Smeltwaterstroomgebied
Blijkt het een beeld
Voor wat veel te kort leeft 

De vrouw van de clown

Ruim veertig jaar geen dag aan haar gedacht
(Haar zelfs, zo leek het wel, gewoon vergeten)
Merk ik hoe zij steeds in mij heeft gezeten
En al die tijd geduldig heeft gewacht.

Ik las de krant terwijl ik zat te eten
En zag haar naam, werd van mijn stuk gebracht
Want uit het niets kwam ik zo iets te weten
Wat leidde tot een korte jammerklacht.

Als kind heb ik ooit veel van haar gehouden.
Ze deed er in mijn jonge jaren toe,
Nog meer zelfs dan de clown met wie ze trouwde.

Ik lachte als hun liedje kwam en hoe
Totdat mijn aandacht op den duur verflauwde
Maar door haar dood denk ik aan Mamalou.